Categorieën
Boek

30. Op kamp

“Door de omgeving rijden is natuurlijk leuk, maar hoe leuk zou het zijn om echt een lange tocht te maken van bijvoorbeeld een week.” begint Fébe haar betoog tijdens het avondeten. Opa zijn interesse is gewekt, dat kind heeft een plannetje. Ook papa en mama letten nu goed op. Iedereen is het er wel over eens dat dat inderdaad wel leuk zou zijn. 

Boris is er ook gezellig en hij begint te stralen, “nou goed nieuws, er wordt een tocht van een week georganiseerd over drie weken”.  Nu wordt het stil aan tafel. Uhhh… “Mag ik Knol lenen om mee te kunnen?” vraagt hij aan mama. Opa ziet er de lol wel van in hij heeft concurrentie met zijn plannentjes met buurman, die twee hebben het goed voorgekookt. 

“Nou” zegt mama “maar Knol kan niet zonder Kruidnootje op pad natuurlijk”. Ze heeft inmiddels geleerd van de plannentjes van opa en buurman, dat verzetten kansloos is. Dus ze doet gewoon mee. Papa gaat wel op de rem, hij wil wel eerst even iets meer van het hele plan weten voor hij er in mee gaat. Er komt een folder uit de rugzak van Boris, met alle informatie. De tocht is in het zuiden van Duitsland, de paarden en pony’s worden met paardentrailers en speciale paardenvrachtwagens vervoerd en de kinderen gaan met een bus. Elke dag rijden ze een tocht van een paar uur naar de volgende slaapplek. Het ziet er betrouwbaar uit. De hele route gaat door de natuur en niet over de weg of zo, dus het is ook best veilig. Je moet alleen wel een eigen paard of pony hebben om zeker te weten dat paard en ruiter goed op elkaar zijn ingespeeld en er geen ongelukken gebeuren. 

Boris mag mee van zijn ouders als hij Knol mag lenen. Maar Fébe heeft wat moeite om het geld voor de reis bij elkaar te kletsen. Mama vindt dat ze al het geld voor de vakantie al hebben uitgegeven. Fébe begrijpt het, de nieuwe boot die ze ook graag wilde, ze heeft Knol en Kruidnootje ook al zomaar gekregen, de koeien, schapen en geitjes, het kost allemaal geld natuurlijk. Ze besluiten dat iedereen er nog even over na gaat denken en dat ze er morgen verder over praten. 

De volgende morgen wordt er aangebeld. De moeder van Boris staat voor de deur. Ze legt uit dat Boris echt heel graag op ponykamp wil, ze biedt aan om de helft van de reis van Fébe en Kruidnoodje te betalen als huur voor Knol, maar meer kunnen ze ook niet betalen. Het is natuurlijk mooi maar mama moet er toch nog over nadenken. 

Het is zondag en buurman is er ook. Hij hoort het verhaal. Hij vraagt hoeveel geld er nog ontbreekt, pakt zijn portefeuille en legt het geld op tafel. Het is een echt ouderwetse boer, altijd een flinke hoeveelheid geld op zak om een goede deal niet mis te lopen. Fébe weet niet goed wat ze moet zeggen. De buurman geeft haar een knipoog. 

Drie dagen voor het ponykamp belt de organisatie dat er wat kleine aanpassingen zijn. Er zijn te weinig inschrijvingen dus Fébe en Boris mogen met de paarden reis voor volwassenen mee. Er zal een extra begeleider mee gaan speciaal voor Fébe en Boris en ook met het eten zal rekening gehouden worden met de kinderen. 

De ouders van Boris zijn langsgekomen om te overleggen want het is natuurlijk niet waar de kinderen zich op verheugd hadden. Bij ponykamp denk je natuurlijk ook aan keten ‘s avonds en lekker spelen tussendoor. Fébe en Boris zijn al best verstandig dus ze zouden zich vast wel redden, en het rijden wordt natuurlijk ook fantastisch, maar het is gewoon niet leuk genoeg. Al snel komen ze tot de conclusie dat ze niet akkoord gaan met de aanpassing van het plan. 

De organisatie komt na aandringen met een nieuw voorstel, een watersport kamp in Frankrijk van 10 dagen. Zeilen, kajakken, wildwatervaren, zwemmen elke dag iets anders. De reis is een stuk goedkoper maar de organisatie wil eigenlijk geen geld teruggeven. De oplossing zou zijn dat Torne ook mee gaat. De ouders van Boris doen gelukkig niet moeilijk, ze vinden het allemaal goed als Boris een leuke vakantie heeft. Het geld was toch al uitgeven. 

De drie musketiers staan er een beetje verloren bij. De bus vertrekt om negen uur vanuit Utrecht dus ze moesten vroeg op vanmorgen. In de auto waren de kinderen nog helemaal hyper, maar nu vinden ze het toch wel spannend. 

Nog even uitzwaaien en dan zijn het papa en mama en de ouders van Boris die er een beetje verloren bij staan. De 10 dagen is echt 10 dagen kamp dus de heen- en terugreis komen daar nog bij. Bijna 12 dagen de kinderen weg, dat zal even wennen worden. 

Torne heeft een mobiele telefoon meegekregen zodat ze contact kunnen houden met thuis. De eerste foto komt al binnen als de bus de weg op draait. De ouders zien zichzelf zwaaien op de foto, maar ze hadden wel iets vrolijker kunnen kijken zeg!

De twaalf dagen vliegen voorbij. Het aantal foto’s en berichtjes die ze krijgen per dag wordt steeds minder maar hoe bruiner ze worden hoe breder de glimlach. Ze hebben het duidelijk naar hun zin. 

3 reacties op “30. Op kamp”

Heeeeel benieuwd naar de vakantie 👍belevenissen van Fébe, Boris en Torne. Je maakte het wel weer boeiend Mark door iedereen er weer zo behulpzaam😁 in te betrekken.

Wat ik zo leuk vond was dat je zo’n vakantie al voor je ziet zoals je het beschrijft, en dan wordt het ineens een hele andere vakantie!
En ja, die berichtjes en foto’s die dan minder worden, haha, dan hebben ze het te druk met andere dingen die kinderen.
Erg mooi beschreven dat de ouders niet echt vrolijk keken!
😁

De eerste zin past natuurlijk helemaal in het straatje van Hans en mij😉
Je zou zeggen dat de kinderen alles hebben voor een fijne vakantie, maar zo’n kriebel naar het onbekende…
Leuk zo’n detail als de ouderwetse boer, bulkend van het geld!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *