Door vertraging i.v.m. protesterende boeren zijn we net iets te laat voor de afspraak met de transplantatie arts. Hij moet een lijstje afwerken met onderwerpen die besproken moeten worden, ik heb me ingelezen dus daarmee winnen we tijd.
Zijn verhaal is duidelijk, en voor elk risico heeft hij wel een oplossing, behalve als de donor stamcellen weigeren een plekje te zoeken in het beenmerg. Gelukkig overleeft 70% de transplantatie en zijn na 5 jaar nog 50% van de patiënten in leven. Klinkt gek maar dat zijn waarschijnlijk betere kansen dan doorgaan met de palliatieve chemo.
Het projectje wordt best een medische uitdaging. Met de stamcellen worden ook T-cellen mee getransplanteerd. De t-cellen herkennen mijn lichaam als een ‘vreemd’ lichaam, en dat moet ook. Ze gaan dan druk aan de slag met een afweerreactie, en dat zorgt er voor dat de restjes zieke cellen in mijn lijf worden opgeruimd. Maar de afweer mag niet te heftig worden want dan worden ook mijn gezonde darmen en lever aangevallen. Om het afweerproces wat te beteugelen wordt er een aantal dagen na de transplantatie weer chemo toegediend.
Doel is natuurlijk dat de stamcellen in het beenmerg nestelen en daar nieuwe bloedcellen gaan aanmaken, en indirect ook T-cellen die voor de afweer tegen virussen gaan zorgen (in deze tijden geen overbodige luxe 😊
Al met al een ingewikkeld verhaal, maar duidelijk en vertrouwen wekkend. Op de een of andere manier heb ik steeds het gevoel gehad dat er nog een ‘konijn uit de hoed’ zou komen, maar niet verwacht dat dit toch nog een stamceltransplantatie zou zijn na de boodschap vorig jaar dat de kans daar op echt nul was.
Via FaceTime hebben Julia en Wouter meegeluisterd, de techniek staat voor niets, zijn ze ook helemaal op de hoogte.